Voordat het christendom zijn intrede deed in Lapland, was er de Sjamaan (of Noaide) die met zijn trommel de intermediair was tussen de natuurgoden en het Sami volk. Zo zijn er bijvoorbeeld de goden Bieggolmai, Tiermes en Leibolmai. Dat zijn de Goden van de wind, de donder en de jacht.
De trommel van opgespannen rendierhuid was een belangrijk instrument voor de Sjamaan. Tijdens het zingen van "Joiks" en het slaan op de trommel raakte de Sjamaan in trance, de staat waarin hij de wereld van de goden kon binnendringen.
De missionarissen zagen de Sjamaan en zijn trommel als instrument van de duivel. Honderden traditionele Sami trommels werden in beslag genomen en verbrand. Ook Sjamanen werden terechtgesteld.
Voorbeelden van "Joiks" zijn hieronder gegeven.
De Sami trommels bevatten afbeeldingen van mensen, goden en dieren. Gebruikte afbeeldingen met de betekenis ervan zijn hieronder gegeven (bron: Hede Turistbyrå, in Hede - Zweden).
Opmerking:
De informatie komt van een foldertje van het bovengenoemde toeristenbureau. Heeft u een betere vertaling of aanvullingen op de symbolen en de betekenis ervan? Mail de webmaster!
1. Deze joik heet Gábbe Jovnna (Kaapin Jouni) door Niiless-Jouni Aikio
2. Deze joik is zeer fascinerend en heet Mearkun (Vasanmerkiys/The calf marking) door Petra Birehas Magga
foto: Rob Schatborn, camping Storforsen, 2018